Overzicht baten en lasten
Sport, cultuur en onderwijs | R2020 | B2021 primitief | B2021 na wijziging | R2021 | Saldo |
---|---|---|---|---|---|
Lasten | 3.185 | 2.871 | 3.479 | 3.399 | 80 |
Baten | 613 | 591 | 850 | 950 | 99 |
Saldo baten en lasten | -2.572 | -2.280 | -2.629 | -2.449 | 180 |
Toevoegingen aan reserves | 159 | - | - | - | - |
Onttrekkingen aan reserves | - | 50 | 211 | 156 | -55 |
Saldo reserves | -159 | 50 | 211 | 156 | -55 |
Saldo | -2.731 | -2.230 | -2.418 | -2.293 | 125 |
Bedragen X € 1.000
Lasten
De per saldo lagere lasten worden veroorzaakt door diverse over- en onderschrijdingen.
Er zijn hogere lasten als gevolg van een verstrekking aan het zwembad ter compensatie van de negatieve gevolgen op hun exploitatie door corona (ad. € 0,19 mln.). De gemeente krijgt deze via een specifieke uitkering voor 100% gecompenseerd vanuit het Rijk als baten.
Lagere lasten binnen Sportbeleid (ad. € 0,04 mln.) voor inventarisatie Sport- en beweegaanbod. Deze werkzaamheden schuiven door naar 2022. Daarnaast zijn er lagere lasten binnen het regulier beschikbare budget voor Sportbeleidsontwikkeling, doordat met name is ingezet op de uitvoering van het Lokale preventieakkoord en Sportakkoord waarvoor middelen (met bestedings- en terugbetalingsverplichting) beschikbaar zijn gesteld door het Rijk.
Lagere lasten voor kinderopvang (ad. € 0,04 mln.). De kosten voor kinderopvang zijn betrokken bij de verantwoording Onderwijs Achterstanden beleid (OAB) en daarmee bekostigd vanuit de ontvangen middelen van het Rijk. Hiermee is er een besparing op de lokaal opgenomen middelen voor kinderopvang.
Lagere lasten binnen Cultuur (ad. € 0,06 mln.). Als gevolg van corona konden evenementen niet doorgaan. Het evenement dat wel kon doorgaan heeft ook cofinanciering aangevraagd waardoor de kosten lager uitvielen. Het geplande beeld voor 2021 is door omstandigheden doorgeschoven naar 2022. Er zijn minder aanvragen Monumentensubsidie gedaan waardoor niet alle middelen besteed zijn.
Lagere lasten Nationaal Programma Onderwijs (NPO) (ad. € 0,13 mln.). Vanuit het Rijk zijn voor de periode juli 2021 t/m juli 2023 gelden beschikbaar gesteld om onderwijsvertragingen in te halen die kinderen hebben opgelopen vanwege de coronamaatregelen. Zowel de uitgaven als de inkomsten zijn verwerkt in de 2e turap 2021. In 2021 heeft er echter geen inzet van deze middelen plaatsgevonden. De focus heeft in eerste instantie gelegen op de inventarisatie van de behoefte. Dit heeft gezamenlijk met diverse betrokken partijen plaatsgevonden. De inzet vindt dan ook vanaf 2022 plaats. De niet bestede middelen 2021, alsook de samenhangende baten, worden meegenomen naar 2022.
Baten
Hogere baten door een ontvangen specifieke uitkering van het Rijk (SPUK) voor compensatie exploitatietekorten zwembaden (ad. 0,19 mln.).
Lagere baten als gevolg een ontvangen Specifieke Uitkering van het Rijk voor het Nationaal programma Onderwijs (NPO), die niet als baten maar als als vooruitontvangen opgenomen moest worden doordat de besteding in de komende jaren gaat plaatsvinden (ad. € 0,13 mln.). Zie ook de toelichting aan de lastenkant voor dit onderwerp.
Hogere baten voor de specifieke uitkering Stimulering Sport (ad. € 0,04 mln.). Gemeenten kunnen de btw die hen in rekening wordt gebracht voor investeringen in sport niet meer aftrekken. Om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen te stimuleren, kunnen gemeenten sinds die datum gebruikmaken van de Regeling specifieke uitkering stimulering sport. De voorlopig ontvangen vergoeding valt hoger uit dan was geraamd.