Overzicht baten en lasten
Werk en inkomen | R2020 | B2021 primitief | B2021 na wijziging | R2021 | Saldo |
---|---|---|---|---|---|
Lasten | 13.264 | 9.703 | 12.329 | 12.005 | 324 |
Baten | 10.009 | 5.667 | 7.089 | 7.606 | 517 |
Saldo baten en lasten | -3.256 | -4.036 | -5.239 | -4.398 | 841 |
Toevoegingen aan reserves | - | - | - | - | - |
Onttrekkingen aan reserves | - | - | - | - | - |
Saldo reserves | - | - | - | - | - |
Saldo | -3.256 | -4.036 | -5.239 | -4.398 | 841 |
Bedragen X € 1.000
Lasten
Lagere lasten beleids- en uitvoeringskosten (ad. € 0,080 mln.) door andere inzet van vacatureruimte naar deelprogramma Maatschappelijke Ondersteuning.
Hogere lasten verstrekkingen Tozo (ad. € 0,277 mln.). Bij de 2e turap is op basis van de voorlopige beschikkingen en aanvragen een inschatting gemaakt voor de uitgaven met betrekking tot de verstrekkingen van de Tijdelijke Ondersteuning Zelfstandige Ondernemers (Tozo). De uitgaven zijn hoger uitgevallen. Deze hogere uitgaven worden (verrrekend met hogere terugvorderingen) gecompenseerd door het Rijk.
Lagere lasten voor de bijdrage Duo+ (ad. € 0,356 mln.) doordat de uitvoeringskosten Duo+ voor de Tozo lager uitvallen dan de vergoeding die de gemeente hiervoor van het Rijk ontvangt en doorbetaald aan Duo+. Dit voordeel gaat onderdeel uitmaken van de Jaarstukken Duo+ en wordt terugbetaald aan de gemeente Uithoorn.
Hogere lasten BBZ laatste kwartaal 2021 (ad. € 0,076 mln.). Vanaf 1 oktober 2021 is de Tozo regeling opgevolgd door de vereenvoudigde vorm van Bijstand voor zelfstandigen (BBZ). Een compensatie van deze hogere uitgaven aan gemeenten worden (deels) meegenomen in de nieuwe en definitieve berekening van de gebudelde uitkering, waar de bbz onderdeel vanuit maakt. Dit vindt echter pas plaats in 2022.
Lagere lasten voor de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK). In het gemeentefonds zijn middelen beschikbaar gesteld voor de verstrekkingen voor tijdelijke ondersteuning om de lagere inkomsten op te vangen. Deze middelen waren opgenomen in de begroting als onderdeel van de bijzondere bijstand. In de 2e turap is reeds € 0,075 mln. vrijgevallen, omdat de inschatting was dat er minder aanspraak op zou worden gemaakt. Bij de jaarrekening blijft aanvullend hierop nog een bedrag over van € 0,057 mln.
Hogere lasten (ad. € 0,072 mln.) voor het verstrekken van Bijstandsuitkeringen, Inkomensvoorziening Ouderen en Arbeidsongeschikte Werklozen en Zelfstandigen (IOAW/IOAZ).
Lagere lasten armoedebeleid (ad. € 0,066 mln.) Dit heeft betrekking op een aantal kleine budgetten die niet zijn besteed vanwege de coronamaatregelen. Het betreft onder andere het niet kunnen uitvoeren van de preventieve huisbezoeken in het kader van vroegsignalering. Deze middelen werden eerder al overgeheveld uit 2020 en zullen in 2022 worden besteed.
Lagere lasten voor re-integratie (ad. € 0,143 mln.). Deel van de lagere lasten heeft betrekking op minder aanspraak heroriëntatie om zich breder te oriënteren op de arbeidsmarkt en lagere uitgaven voor ondersteunende regelingen en de loonkostensubsidie (oud). Daarnaast zijn de uitgaven re-intgeratie voor de <70% loonwaarde groep, belegd bij de AM Match, lager uitgevallen.
Lagere lasten door diverse overige kleine verschillen (ad. € 0,048 mln.)
Baten
Hogere baten (ad. € 0,303 mln.) door hogere terugvorderingen en inhoudingen op sociale verstrekkingen van de algemene en de bijzonder bijstand. Tweederde van dit bedrag betreft de terugbetaling van ten onrechte ontvangen uitkeringen levensonderhoud Tozo.
Hogere baten (ad. € 0,175 mln.) als vergoeding vanuit het Rijk voor de hogere kosten van de Tozo regeling.
Lagere definitieve inkomsten (ad. € 0,043 mln.) vanuit de definitieve gebundelde uitkering 2021 ter bekostiging van de bijstanduitkeringen, de IOAW, IOAZ en de loonkostensubsidies.
Hogere baten (ad. € 0,075 mln.) als gevolg van gedeeltelijke vrijval in de voorziening voor dubieuze debiteuren met betrekking tot de vorderingen van de diverse regelingen binnen de bijzondere bijstand. In 2021 is veel afgelost op leenbijstand wat heeft geleid tot kwijtschelding van openstaande bedragen.
Hogere baten door diverse overige kleine verschillen (ad. € 0,007 mln.)